Bijbelboek Daniël: Resultaat van theologische ontwikkeling?

Een artikel van Ds. J.R. Visser

Aanleiding

De aanleiding tot publicatie van dit artikel is het lezen van het boek Geestspraak van dr. H. van den Belt. In dit boek staan prachtige dingen. Vanuit Gods eigen Woord en tegenover de geest van de tijd. Juist daarom is het zo jammer dat dit niet echt uitgebuit wordt in dit boek. Na prachtige dingen volgt er meerdere keren toch weer het zoeken van een brug naar wat mensen en theologen in onze tijd zeggen en denken. Ik geef enkele voorbeelden uit een van de hoofdstukken waar je dit leest. Meerdere dingen die daar genoemd worden hoop ik in de komende maanden te bespreken. Om te laten zien dat we  niet het midden hoeven te zoeken. Maar dat we juist vanuit  Gods betrouwbare Woord zonder compromissen te sluiten verder kunnen. Dat juist dan de rijkdom van Gods openbaring voor ons al meer open gaat.  

Voor de vraag of de Bijbel of delen van de Bijbel openbaring van God zijn of resultaat van theologisch denken,  verwijs ik ook naar een eerder artikel dat ik geschreven heb. Over de eerste vijf boeken van de Bijbel onder de titel: “De eerste vijf boeken van de Bijbel: Grondslag of resultaat van Israëls godsdienst? “[1]

Dr. van den Belt schrijft in hoofdstuk 8 over de geschiedschrijving in de Bijbel. Hij noemt dan dingen waarbij je je toch kunt afvragen of het wel zo gebeurd is zoals het beschreven wordt. Hij meent dat je tot oplossingen kunt komen zonder te geloven dat het zo gebeurd is. Je zou dan niet in strijd komen met de betrouwbaarheid van Gods Woord. Hij noemt o.a.:

a) Het zijn wel heel grote getallen die genoemd worden als het om het volk gaat dat vanuit Egypte naar het beloofde land trekt en veertig jaar in de woestijn woont. Hij schrijft dat het niet  goed voor te stellen is dat het er zoveel waren.

b) Het zou mogelijk zijn dat het niet David was die Goliath gedood heeft maar Elhanan. Zie 2 Sam 21:19. Dan zou het verhaal van 1 Samuel 17 en 18 er zijn om de reputatie van David te vergroten.

c) Het zou kunnen dat het auteurschap van Prediker aan Salomo is toegeschreven terwijl het in werkelijkheid niet zo zou zijn geweest.

d) Over het boek Daniël schrijft hij in dit verband: ‘Waarschijnlijk zijn de zeer gedetailleerde gedeelten  van Daniëls profetieën over Antiochus IV Epiphanes later aan hem toegeschreven, vergelijkbaar met latere toevoegingen aan de Jesajarol. Niet omdat het onmogelijk zou zijn  dat God gedetailleerde informatie van tevoren aan de profeet meedeelt., maar omdat de cyclische structuur van het Bijbelboek wijst op een bewuste compositie en omdat de context  van de tekst een andere lijkt te zijn dan de context van de profeet aan wie  de tekst wordt toegeschreven.”[2]

In dit artikel eerst over het boek Daniël.

Het boek Daniël

We vinden in het boek Daniël zowel beschrijving van de geschiedenis als profetieën die op de toekomst gericht zijn. De eerste 6 hoofdstukken bevatten een stuk geschiedenis waarin we lezen hoe het met Daniël en zijn vrienden in de tijd van de ballingschap gegaan is. Ook daarin vinden we profetieën die juist door Daniël uitgelegd worden.

De hoofdstukken 7-12 bevatten profetieën die laten zien hoe de HERE ook in tijden dat alles heel moeilijk voor Gods volk is de geschiedenis in Zijn hand houdt. We hebben in het boek Daniël met een boek van God te maken. Het is de Heilige Geest die ervoor gezorgd heeft dat wat er met Daniël en zijn vrienden gebeurd is opgeschreven is. Betrouwbaar opgeschreven. De naam van de man die dit opgeschreven heeft kennen we niet.

De hoofdstukken 7-12 zijn vooral profetieën die de HERE Daniël heeft laten horen. Deze profetieën zijn zo belangrijk dat Daniël de opdracht kreeg om ervoor te zorgen dat ook latere generaties deze profetieën konden kennen. Zie bij de verklaring van: 12:4,9.

Daniël heeft ervoor gezorgd dat ook deze profetieën opgeschreven zijn. Ze zijn deel van de Bijbel geworden. Je ziet daarin hoe de Heilige Geest ervoor gezorgd heeft dat wat Hij wil op een betrouwbare manier deel van de Bijbel, het Woord van God, wordt. Zonder de menselijke schrijver te kennen is het voor ons genoeg te weten dat achter de menselijke schrijver de Heilige Geest als de Schrijver staat.

Een bijzonderheid als het om de taal gaat is dat dit boek voor een deel in Hebreeuws en voor een deel in Aramees geschreven is. Daniël 1:1-2:3 en 8-12 zijn in het Hebreeuws geschreven. Dan 2:4-7:28 in het Aramees. Dat in dit deel Aramees gebruikt wordt is goed te verklaren. Het Aramees was in die tijd de taal die in het diplomatieke verkeer en aan de hoven in die omgeving gebruikt werd. Als een lingua franca. Het zijn de belangrijken aan het hof die in 2:4 het woord nemen en het is logisch dat zij dan Aramees gebruiken. Het Aramees is een taal die aan het Hebreeuws verwant was.

Het Hebreeuws dat in dit boek gebruikt wordt is Laat-Hebreeuws zoals dit in de zesde en vijfde eeuw voor Christus gebruikt werd.

Bezwaren tegen de betrouwbaarheid van het boek Daniël

De laatste 2 eeuwen worden meerdere bezwaren tegen de betrouwbaarheid van het boek Daniël ingebracht. Ik wil verschillende daarvan in dit hoofdstuk bespreken. Ik doe dat aan de hand van de bezwaren die de bekende Zuid-Afrikaanse Oudtestamenticus Izak Spangenberg heeft ingebracht.[3] Spangenberg is ervan overtuigd dat het boek Daniël in de tweede eeuw voor Christus geschreven is. De schrijver van dit boek zou het geschreven hebben om het Joodse volk in de tijd van de Makkabeeën en net daarvoor te bemoedigen. Spangenberg schrijft daar o.a. het volgende over: “Op grond van die historisch-kritische studies en ’n ontleding van die wyse waarop die verhale vertel word, het geleerdes tot die slotsom gekom dat die verhale eintlik maar legendes (of volksverhale) is.”[4] Hij is het met deze conclusie eens.

De belangrijkste reden voor deze mening is voor hem dat er volgens hem in de eerste 6 hoofdstukken van Daniël historische fouten staan. Het gaat in die hoofdstukken over gebeurtenissen in de zesde eeuw voor Christus.

Volgens Spangenberg zijn de hoofdstukken 7-12 veel betrouwbaarder. De reden daarvoor zou zijn dat de schrijver van het boek Daniël in de tweede eeuw voor Christus geleefd heeft. Hij zou in de vorm van profetieën hebben opgeschreven wat er in die tijd gebeurde. Het zou hier dus niet om echte profetieën gaan maar om beschrijving van de geschiedenis. Je ziet hier hoe de mens op de troon gaat zitten en het beter denkt te weten dan de HEERE. Tegen de bezwaren van Spangenberg en veel anderen is ook echt wel iets in te brengen met wat we buiten de Bijbel om hebben gevonden. Daar wil ik nu iets van laten zien.

De historische bezwaren

Ik haal een gedeelte uit het boek van Spangenberg aan waar hij zijn historische bezwaren tegen Daniël 1-6 noemt. We lezen dan: “Die volgende voorbeelde van onnoukeurighede kan genoem word: Volgens die skrywer het die ballingskap plaasgevind in die derde regeringsjaar van Jojakim (Dan 1:1). Histories is dit nie korrek nie, want die ballingskap het in die tyd van koning Jojagin (Jojakim se opvolger) plaasgevind (2 Kon. 24:8-12).

Tweedens was daar nie ’n koning Darius wat ’n Mediër was nie (Dan 6:1).

Derdens was koning Darius se opvolger nie Kores die Pers nie (Dan 6:29). Kores die Pers het die Babiloniese ryk van Nabonidus ingepalm en sy regering het aan Darius s’n voorafgegaan.

Vierdens het Nabonidus ’n seun met die naam Belsasar gehad. Belsasar het wel vir ’n tyd namens sy pa in Babel regeer, maar was nooit amptelik die koning soos dit in Dan 5:1 voorgehou word nie. Vyfdens is Nebukadnesar nie opgevolg deur Belsasar nie (Dan 5:11), maar deur Amel-Marduk (of soos die Bybel hom elders noem: Ewil-Merodak, (2 Kon. 25:27).”[5]

Als je dat zo leest, lijkt het erop dat je niet onder deze bezwaren uit kan komen. Dat komt vooral omdat er zelfs geen poging wordt gedaan om naar oplossingen te kijken. Er is hier sprake van een bepaalde hoogmoed. Een hoogmoed die zo wetenschappelijk lijkt maar het niet is. Laten we de bezwaren eens langsgaan.

Klopt Daniël 1:1 niet?

We lezen in Dan 1;1: “In het derde regeringsjaar van Jojakim, de koning van Juda, trok Nebukadnessar, de koning van Babylonië, op naar Jeruzalem en belegerde de stad.” De regering van Nebukadnessar begint in 605 voor Christus. De regering van Jojakim begint in 608. Voordat Jojakim koning werd, stierf zijn vader Josia. Josia was een gelovige koning en hij stierf in 609. Josia vond de dood in een veldslag die hij leverde met het leger van farao Necho. We lezen daarover in 2 Kon 23:29,30.

Na de dood van Josia werd zijn zoon Joahaz in 609 koning in Jeruzalem. Joahaz regeerde daar niet langer dan 3 maanden. Farao Necho had namelijk na de overwinning op Josia de macht in Juda in handen. Farao Necho wil Joahaz niet als koning. Hij zet hem af en maakt een andere zoon van Josia namelijk Eljakim koning. Hij geeft Eljakim een andere naam: Jojakim. Zo begint de regering van Jojakim echt in het jaar 608 voor Christus. Hij is als koning de vazal van farao Necho. Juni 605 v Christus trekt prins Nebukadnessar van Babel tegen farao Necho op. Hij verslaat bij Karkemis het Egyptische leger. De farao wordt verpletterend verslagen. Egypte kan nog net eigen zelfstandigheid behouden maar moet al het land buiten eigen grenzen aan de Babylonische invloedsfeer overlaten.

Nebukadnessar laat meteen aan de volken die tot nu toe aan farao Necho onderworpen waren weten dat hij nu de baas is. Hij laat zijn macht ook in Juda zien. In het jaar 605 belegert prins Nebukadnessar Jeruzalem. Jojakim laat Nebukadnessar in de stad en hij mag daarom ook koning blijven. Zie hiervoor ook 2 Koningen 24:7. Nebukadnessar keert in datzelfde jaar nog in Babel terug. Koning Nabopolassar van Babylonië sterft 15 augustus van dat jaar. Nebukadnessar wordt 6 september de nieuwe koning.

Dit zijn de dingen waar de eerste verzen van het boek Daniël naar verwijzen. Je ziet hier dat als je nauwkeurig leest en de gegevens van de Bijbel zorgvuldig met andere gegevens vergelijkt er geen tegenstrijdigheden zijn. Het eerste vers van het boek Daniël gaat niet over het begin van de ballingschap maar over het begin van de onderwerping van Juda aan Babel.

Was er een koning Darius de Meder?

Over deze vraag zou veel meer te schrijven zijn dan wat ik daarover in dit inleidende hoofdstuk kan doen. Het is duidelijk dat de Bijbel over Darius de Meder of Medier spreekt. Zie Dan 6:1. De Bijbel is tot nu toe de enige bron die over een Darius de Meder in die tijd spreekt. Dat op zich is geen bewijs dat deze man er niet was en dat hij toen geen koning was. Het is al eerder gebeurd dat we tot een bepaald moment iets niet uit andere bronnen wisten en dat we dit later toch ontdekken. Zoiets is er ook gebeurd als het over Belsassar en Nabonidus gaat. Zie daarvoor het vervolg van dit hoofdstuk. Het tot nu toe niet vinden van de naam van een bepaalde persoon die wel in de Bijbel genoemd wordt, is op zich geen argument tegen wat we in de Bijbel lezen. Zo redeneren we vaak ook niet als een andere bron de naam of een gebeurtenis noemt die we niet uit andere bronnen kennen!

We geven ook hierin het laatste Woord aan de Bijbel als het voluit betrouwbare Woord van God. Ook als het om de geschiedenis gaat.

Toch wil ik met de huidige stand van het wetenschappelijke onderzoek hier nog wel een enkele opmerking over maken. Een interessante gedachte is dat Darius de Meder een bepaalde tijd samen met Kores de Pers geregeerd heeft.

Kores was de aanvoerder van het Perzische leger. Hij heeft de aanval op Babel ingezet. Het is bekend dat de aanvoerder van het leger van de Mediërs die tot dan toe in dienst van Babel vocht zich aan Babel onttrokken heeft. Zij hebben zich toen bij de Perzen onder leiding van Kores aangesloten. De kans bestaat dat de Mediërs dat toen gedaan hebben in ruil daarvoor dat een van hun aanvoerders samen met Kores zou gaan regeren. De opvallende formulering van Dan 6:1 lijkt daaraan steun te geven: “Darius de Mediër verkreeg het koningschap; hij was toen tweeënzestig jaar.” Het woord verkreeg verwijst volgens de grondtekst dat hij dat koningschap ontving. Hij kreeg het dus van iemand. Hier wordt niet gezegd dat de HEERE hem dat gaf. De HEERE is het die koningen aanstelt en weg laat gaan. Je ziet dit later heel duidelijk in Dan 4. Maar de formulering hier lijkt toch te wijzen op iets anders. Dit zou erop kunnen wijzen dat Darius als een soort beloning het medekoningschap van de Perzen kreeg. De formulering in 6:29 wijst ook in die richting: “En deze Daniël stond in hoog aanzien onder het koningschap van Darius en onder het koningschap van Kores, de Pers.” Het gaat dan om een tijd dat Darius en Kores samen koning waren. Het valt ook op dat Darius op dat moment al 62 is wanneer hij koning wordt. Er is geen wetenschappelijke reden om eraan te twijfelen dat Darius de Meder ook koning was. Hij hoeft geen koning te zijn geweest voor Kores.

Hier zou gedacht kunnen worden aan een Mediër die ervoor gezorgd heeft dat de Meden de Perzen onder Kores hebben geholpen tegen de Babyloniërs. Dan gaat het om de man die in de geschiedenis ook bekend staat onder de naam Harpagos. Hij was de belangrijkste Mediër die samen met Kores streed. Hij is ook lang de Mediër die de hoogste positie aan het hof inneemt.[6]

Was Belsassar echt koning?

Als je met deze vraag zou bedoelen of Belsassar ooit formeel tot koning is uitgeroepen is dat niet zo. Daarom komt hij niet in de koningslijsten van het Babylonische rijk voor. De vader van Belsassar was Nabonibus. Hij was tot de inname van Babel door de Perzen en de Meden de officiële koning. Toch is het niet juist om te zeggen dat de Bijbel op dit punt ernaast zit. In de 19e eeuw waren er kritische theologen die beweerden dat je het boek Daniël niet kunt vertrouwen want volgens hen had Belsassar zelfs nooit bestaan. De reden daarvoor was dat de naam van Belsassar als koning tot dan toe nog nooit gevonden was.

Dit veranderde toen in het begin van de 20e eeuw de zogenaamde Nabonibus-Cyrus-kroniek en de Cyruscilinder gevonden werd. Uit deze documenten wordt duidelijk dat Belsassar wel degelijk bestaan heeft. Hij was van 553 tot en met de val van Babel op 12 oktober 539 de feitelijke koning in Babel. Hij was de regent die in die tijd namens zijn vader regeerde. Zijn vader woonde toen ongeveer 1000 kilometer van Babel en bemoeide zich niet met de regering van het land.  De Bijbel vermeldt dus de feitelijke situatie.[7]

Belsassar is toch niet de opvolger van Nebukadnessar?

Spangenberg verwijst naar Dan 5:11: “Er is een man in uw koninkrijk in wie de geest van de heilige goden woont. In de dagen van uw vader bewees hij al evenveel verstand, inzicht en wijsheid te bezitten als de goden. Koning Nebukadnessar, uw vader, heeft hem benoemd tot hoofd van de magiërs, bezweerders, Chaldeeën en waarzeggers – uw vader, majesteit!” De vraag is wat het woord vader hier betekent. Heeft dit woord in de Hebreeuwse en Aramese literatuur van die tijd altijd de betekenis van de biologische vader? Of is de enige andere mogelijkheid dat het om je directe voorganger gaat? Dat is niet zo. Het woord vader kan ook uitdrukken dat je het over een grote voorganger hebt die voor jou een voorbeeld is. Dit kan zelfs zonder dat er sprake is van een bloedband. Er zijn in dit geval zelfs aanwijzingen dat de vader van Belsassar met een dochter van Nebukadnessar getrouwd was. Met Nitocris. Dan was Nebukadnessar zelfs de opa van Belsassar. Je kunt dus niet zeggen dat in het boek Daniël onnauwkeurig of onjuist met het woord vader omgegaan wordt.

In de tweede eeuw geschreven?

We vinden in Daniël 7-12 profetieën. Als je de geschiedenis kent zie je dat in deze profetieën tot in details beschreven wordt wat er o.a. in de eeuwen daarna gaat gebeuren. Vooral als het gaat om de tijd waarin Antiochus IV Epifanes optreedt. Dit heeft mensen ertoe gebracht om te zeggen dat het hier in werkelijkheid niet om profetieën zou gaan die de HERE in de 6e eeuw voor Christus aan Daniël gegeven heeft. Iemand zou dit in de tweede eeuw opgeschreven hebben. Iemand die de geschiedenis kende en hij zou daarmee Gods volk in de tijd van de Makkabeeën hebben willen bemoedigen.[8] Hierbij wordt duidelijk tekortgedaan aan het getuigenis van de Bijbel als Gods Woord. De Geest vertelt ons namelijk hoe de HERE deze profetieën juist aan Daniël gegeven heeft! Hoe ze het volk vanaf de 6e eeuw juist moeten bemoedigen als die moeilijke tijd komt. Dan ziet Gods volk dat in alle moeilijke dingen de HERE de geschiedenis in Zijn hand houdt. Hij geeft dit deel van het boek Daniël als een troostboek voor Zijn volk van de zesde eeuw voor Christus tot Christus terugkeer. Zoals de Geest bijvoorbeeld ook het boek Openbaring als troostboek voor de kerk van Christus gegeven heeft om te laten zien dat er moeilijke tijden komen maar de HEERE tot de verste tijd blijft zorgen tot verlossing van Zijn volk. Terecht schrijft G.W. Lorein in dit verband: “Met deze stelling strijdt de zelfpresentatie van het boek. Dit wordt voorgesteld als historische gebeurtenissen uit de zesde eeuw en als visioenen met voorzeggende profetie. Voorstanders van deze stelling zien zich dus verplicht om te zeggen dat deze zelfpresentatie niet klopt, dus – weliswaar met de beste bedoelingen – misleidend was. Eventueel kan men dan nog zeggen dat het voor de oorspronkelijke lezers onmiddellijk duidelijk was dat het om een tweede-eeuwse duiding ging, maar dat strijdt toch met de eerste indruk die men krijgt bij een lectuur die uitgaat van de historische betrouwbaarheid van de Schrift.”[9] Wie de Bijbel als het Woord van God serieus neemt, kan niet meegaan met de gedachte dat het boek Daniël een product is van iemand of een groep mensen uit de tweede eeuw. De Geest spreekt ook in het tweede deel van Daniël profetisch over de toekomst. Hij doet dat door Daniël in de zesde eeuw voor Christus. De HEERE zorgt er zo voor dat als het heel zwaar wordt voor Gods volk ze vanaf het begin vanuit het door Hem gegeven Woord weten dat alles in Gods hand is. Dat ze ook vanuit wat ze meemaken zien dat de HEERE daar al over gesproken heeft en dat hun de moet geeft dat de HEERE zo regeert dat Gods volk toekomst heeft. Het boek Daniël is niet ontstaan vanuit ervaringen en nood die gelovigen meemaken en die er dan verhalen en profetieën bij zoeken die hen dan kunnen bemoedigen. Verhalen en profetieën die ze dan ongeveer 400 jaar voor wat ze meemaken, laten afspelen. De Heilige Geest presenteert het boek Daniël als historische. Als een boek waar we horen over gebeurtenissen en van profetieën die in de 6e eeuw voor Christus hebben plaatsgevonden. In die tijd met de tijdbepaling erbij! Geeft de HEERE ook de profetieën die ook nog veel verder reiken dan de 2e eeuw voor Christus waarin de zogenaamde schrijvers van dit boek dan zouden hebben geleefd.

Het is zo rijk om te zien wat de HEERE in de 6e eeuw voor Christus heeft gedaan en heeft geprofeteerd. Laten we ons die rijkdom niet laten afnemen.


[1] Te vinden op: https://avgt.nl/de-eerste-vijf-boeken-van-de-bijbel-grondslag-of-resultaat-van-de-godsdienst-van-israel/

[2] H. van den Belt Geestspraak KokBoekencentrum Uitgevers Utrecht p. 321

[3] Izak Spangenberg Perspektiewe op die Bybel: God se Woord in mensetaal 1998  J.L. Schaik Pretoria

[4] Spangenberg a.w. p. 100

[5] Spangenberg a.w. p.88

[6] Zie voor Harpagos en zijn positie o.a.

Daan Nijssen 2021 Het wereldrijk van het Tweestromenland  Uitgeverij Omniboek Utrecht p.222-225; 237,238; 242,243

Lloyd Llewellyn- Jones 2022 De Perzen Uitgeverij Nieuw Amsterdam  Amsterdam p. 66,69,73,94

[7] Zie hiervoor ook twee recente boeken van deskundigen op het gebied van de geschiedenis van Babylonië en het rijk van de Perzen en de Meden:

Daan Nijssen 2021 Het wereldrijk van het Tweestromenland  Uitgeverij Omniboek Utrecht p. 212-214

Lloyd Llewellyn- Jones 2022 De Perzen Uitgeverij Nieuw Amsterdam  Amsterdam p. 70,71

[8] Je ziet hoe in de huidige theologische publicaties van deze veronderstelling wordt uitgegaan. Een voorbeeld daarvan is Mladen Popovic: Verwachtingen van het einde der tijden in het vroege jodendom en de Dode Zeerollen. In: Nederlands Theologisch Tijdschrift jaargang 65,4 winter 2011 p. 269

Een ander voorbeeld is: H.M. van Deventer in: H.G.L Peels, S.D Snyman (red) 2012 The Lion has Roared  Pickwick, Eugene Oregon. Hij begint zijn artikel over het boek Daniêl met: “The final authors or group responsible for the book of Daniel lived during a period of intense persecution for then Jewish people, and thus situated this book in a time of similar suffering. Then epoch of the Babylonian exile forms the backdrop to proclaiming a message of hope to Jews living in Palestine in the second century BCE. These authors combined much older and well-known narratives, symbolic language and prophetic forms to suggest an alternative outcome to turmoil facing the faithful inhabitants of Jerusalem at the time.” ……. During this time the stories found a new relevance when they were combined with accounts of the visionary experiences of a specific group, this group was opposed to the militant actions of the Maccabees, and instead waited for direct heavenly intervention to solve the crisis on earth. “p. 221 ….223

We vinden deze gedachten ook terug in zogenaamde Wetenschapsbijbel onder redactie van K. van Bekkum; G. van den Brink; A.M. Schol Wetter; A. Zwiep 2022 Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap  Haarlem/Antwerpen. We lezen daar van de hand van dr. Jordan Scheetz op pagina 1161 o.a. dit: ‘Zowel Daniël als Openbaring leveren zware kritiek op de omringende cultuur. Maar die kritiek is tegelijk naar binnen gericht. Zoals Daniël zich verzet tegen Judas Makabeus, zo bekritiseert ook Openbaring niet alleen de politieke bedreiging van buiten, maar ook de houding van de zeven gemeenten (Op. 2;1-3;22). De Aandacht gaat allereerst uit naar de worstelende gemeenschap van gelovigen. Kritiek gaat daarbij altijd gepaard met bemoediging: juist omdat God de machten zal oordelen en recht zal doen, zijn degenen die geweldloos leven met God zeker van hun redding. In een tijd waarin overal ter wereld volken en mensen lijden onder de autoritaire regimes, blijft de Bijbelse apocalyptiek relevante en hoopvolle literatuur.”

[9] G.W Lorein & W.H. Rose 2010 Geschriften over de Perzische tijd Groen Heerenveen p. 24