Een artikel geschreven Ds. R. Visser
Op tal van manieren worden we verleid om te zondigen. Vooral op het gebied van seksualiteit worden mensen tegenwoordig uitgenodigd om Gods geboden te vertreden. Spreuken 7 leert ons hoe we hiermee om moeten gaan.
Wat je hieronder leest is geen uitleg van Spreuken 7. Wel enkele opmerkingen die vanuit het lezen van dit hoofdstuk naar voren komen. In dit hoofdstuk spreekt de Heilige Geest heel openlijk over de verleiding die op ons af kan komen op seksueel gebied. In onze tijd is die verleiding heel breed en intens. De verleiding komt tot ons door mensen die zich op meerdere manieren aanbieden. Daarbij komt ook dat allerlei vormen van porno en het voor het scherm met iemand seksuele handelingen uitvoeren heel makkelijk geworden is. Juist in die omstandigheden is het goed om eens op bepaalde opvallende zaken in Spreuken 7 te letten. Om daarvan te leren. Om de wijsheid van God ook op dit punt in ons leven te laten stromen. Om de verleiding te leren weerstaan of om te breken met dat verkeerde in jouw leven. Het kan een grote en intense strijd zijn. Een strijd waarmee veel meer mensen te maken hebben –ook in de kerk– dan we vaak denken. Als ik hier schrijf over iemand die getrouwd is, moet je bedenken dat het dan net zo goed gaat om iemand die alleen is en buiten het huwelijk om seksueel contact heeft of zoekt.
Mensen bieden zich openlijk en verleidelijk aan
De leermeester, de vader komt met de wijsheid die door het luisteren naar Gods woorden en door de ervaring met het leven er bij hem zijn. Hij kent het leven. Hij ziet voor zich hoe de verleiding op seksueel gebied op mensen afkomt. Hoe er de vreemde vrouw en dus ook de vreemde man kan zijn die het met je aanlegt. Hoe juist door woorden, door beelden, door kleding anderen proberen je te verleiden. Terwijl het niet om je eigen man of vrouw gaat.
Op heel veel manieren kan dit op ons afkomen in onze tijd. We zien voor ons hoe veel mannen en vrouwen met een ander dan hun eigen man of vrouw seksueel verkeer hebben. We horen en zien heel vaak dat mensen vreemdgaan. Dat het zelfs geadverteerd wordt – om er een “second love” op na te houden.
Dan is er nog de verleiding die er via allerlei beelden op internet zijn om je verlangens te voeden door wat daar openlijk aangeboden wordt.
Velen willen anderen ertoe brengen om met hen naar bed te gaan. Zelfs als ze getrouwd zijn of weten dat de ander getrouwd is. Vaak niet met de intentie om een blijvende verhouding te beginnen, maar om op dat moment met elkaar in bed te belanden. De verleiding kan heel groot zijn door de manier waarop die ander zich steeds meer en meer aan je aanbiedt. Door steeds meer met woorden en met eigen lichaam verlangens bij je op te wekken.
Je ziet in Spreuken ook heel duidelijk hoe die verleiding aan iemand kan trekken. De schrijver van Spreuken 7 ziet hoe er een vrouw is die haar verleiding naar de ander laat uitgaan. Die op een heel slimme manier uitdagend bezig is en duidelijk maakt dat er met haar echt wel wat te doen is. Dat gebeurt op allerlei manieren in het leven. Ook via allerlei beelden op internet en televisie. We zien in Spreuken 7 ook hoe Gods wijsheid ons leert om daar afstand van te houden. Om niet te denken dat je wel even met deze uitdaging en verleiding kunt meegaan, dat je zelf wel sterk genoeg bent om de uitdaging mee te maken zonder aan die verleiding toe te geven. Dan denk je te goed van jezelf.
De schrijver van Spreuken 7 ziet een jonge man oversteken. Hij komt dichterbij. Wil met de uitdaging meedoen en de verleiding trekt echt aan hem. Hij gaat onder de bescherming van het donker toch maar naar het huis van de verleidster. Naar de omgeving waar hij weet dat deze verleiding nog sterker op hem af zal komen. De verleiding zichtbaar en zelfs voelbaar heel dichtbij komt. Je gaat daardoor al meer grenzen over. Je maakt het jezelf al moeilijker.
Dat is echt heel onverstandig. Je brengt jezelf in gevaar. Je laat een vuurtje in jezelf oplaaien dat steeds moeilijker te blussen is. De les die we hier vanuit Gods wijsheid leren is om echt op afstand te blijven van mensen en beelden die deze invloed op ons hebben. Ook als je merkt dat iemand met wie je vaak omgaat al meer een verleidelijke invloed op je krijgt. Hier zijn de woorden van de Here Jezus over het uittrekken van een oog en het afhakken van een hand en voet van toepassing. Blijf met je ogen, handen en voeten weg van de plaats waar je de verleiding op je af ziet komen.
We dienen de HEERE en dan is dit niet zo erg
Een ander element hierbij is dat ook onder gelovigen dit soort gedrag meerdere keren verdedigd wordt. Je bent gelovig, je bidt, je leest, je gaat naar de kerk en dat zorgt ervoor dat je in de goede verhouding met Christus staat.
Maar dat betekent niet dat je geen verhouding kunt beginnen met iemand die niet jouw vrouw of man is. Dat betekent niet dat je geen seksuele verhouding kunt beginnen met iemand die een eigen man of vrouw heeft. Je kunt heel vrome woorden horen van iemand die zo’n verhouding toch begint.
Ik noem er een paar:
„Het gaat om het hart. Ik hou van de Here Jezus. Dan is het niet zo erg als ik iets met een ander heb. De HEERE noemt David al had hij overspel gepleegd een man naar Zijn hart.”
„Het gaat om mijn band met de HEERE en als ik behoefte heb aan iemand anders dan eigen man of vrouw begrijpt hij dat echt wel.”
„Als je gevoelens van liefde voor een ander hebt en die worden beantwoord is dat toch goed? Liefde is toch waar het echt om gaat.”
Er zou nog wel meer te noemen zijn. In Spreuken 7 vinden we dit ook. De vrouw die hier als verleidster optreedt, doet zich voor als een gelovige vrouw. Je ziet dat in vers 13-15: ‘Zij greep hem vast en kuste hem. Zij trok een stalen gezicht en zei tegen hem: Ik moet dankoffers brengen, ik ben vandaag mijn geloften nagekomen. Daarom ben ik naar buiten gegaan, jou tegemoet om je ijverig te zoeken en – daar vond ik je!’
De vrouw die hier verleidt gebruikt heel vrome woorden. Ze doet dat met een stalen gezicht lezen we in de Herziene Statenvertaling. Letterlijk lezen we hier dat ze het doet met ‘een gezicht met uitdagende trekken’. Ze staat er als een vrouw die gelovig praat maar meteen ook uitstraalt dat ze met de jonge man die ze ontmoet heeft meer wil op seksueel terrein. Deze vrouw spreekt als een gelovige vrouw. Wanneer we teruggaan naar Spreuken 7:14 kan het op twee manieren vertaald worden. Het kan dan gaan om het brengen van een vrede- of dankoffer en geloften die al gebracht zijn, of die ze van plan was om te brengen. In beide gevallen is het zo dat ze zich als een gelovige vrouw voordoet. Als hier bedoeld is dat deze vrouw al haar dank of vredeoffers gebracht heeft, komt dat nog sterker naar voren. Het dank- of vredeoffer betekende namelijk het volgende: je bracht een offer waarbij een derde deel voor de HEERE verbrand werd, een derde deel van het vlees mocht de priester houden en een derde deel nam je mee naar huis om er zelf van te genieten.
Deze vrouw wil nadat ze haar godsdienstige plichten gedaan heeft met een deel van het offerfeest gaan vieren met een andere man dan haar eigen man. Ze wil als zogenaamde gelovige vrouw toch genieten van overspel.
Wat we hier zien is dat leven met HEERE losgemaakt wordt van het dagelijkse leven. Losgemaakt wordt ook van de intimiteit van de seksualiteit. Geloof wordt losgemaakt van je eigen privéleven. Het leven wordt in verschillende delen verdeeld. Je hebt je godsdienstige leven als een apart gedeelte maar dat heeft geen beslissende invloed op de rest van jouw leven. Op die manier wordt godsdienstig leven iets van onszelf en niet meer het dienen en liefhebben van Christus die alles over heel ons leven te zeggen heeft.
Dit staat helemaal tegenover wat we in onder andere Romeinen 12 lezen. Het gaat daar om het offer van ons leven aan Christus. Dat betekent: heel je leven in dienst stellen van Hem Die Zijn leven als offer voor onze zonden gegeven heeft. In Romeinen 12 lezen we dat in vers 1,2 en daarop volgen dan allerlei dingen die daaruit voortkomen. In vers 1 en 2 lezen we daar: ‘Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.’
Juist als je de HERE dient is het zo dat je de wil van God kent en daarmee wordt onder vrome woorden overspel plegen alleen maar erger. De Here Jezus maakt dat heel duidelijk in de Bergrede als Hij zegt: ‘Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft. Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt. En als uw rechterhand u doet struikelen, hak hem af en werp hem van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt’ (Mattheüs 5:28-30).
Niemand ziet het
We kunnen het idee hebben dat we er een tweede liefde op na kunnen houden zonder dat een ander het merkt. Je leest van tijd tot tijd ook dat iemand er levenslang een tweede liefde op na hield, zonder dat zijn of haar eigen gezin daar iets van wist. We krijgen ook meerdere keren te horen of te lezen dat bepaalde organisaties of personen zich aanbieden om ervoor te zorgen dat je een seksueel contact kunt onderhouden, helemaal discreet.
Ook in Spreuken 7 lezen we het argument dat je best in kunt gaan op de uitnodiging van de verleidster hier. We lezen in verzen 18-23: ‘Kom, laten we dronken worden van liefde, tot de morgen toe, laten we samen genieten van grote liefde. Want mijn man is niet thuis, hij is voor een verre reis vertrokken. Hij heeft de geldbuidel in zijn hand meegenomen, op de dag van de volle maan zal hij thuiskomen. Zij haalde hem over door haar grote overredingskracht, zij verleidde hem door het gevlei van haar lippen. Meteen ging hij achter haar aan, zoals een rund ter slachting gaat en zoals een dwaas in een enkelboei als straf, totdat een pijl zijn lever splijt, zoals een vogel zich haast naar een strik, en niet weet dat het tegen zijn leven gericht is’.
Niemand ziet het en waarom zou je het niet doen? Niemand merkt het. Alles wordt zo discreet gedaan. Je verlangens laaien zo hoog op, je ziet zo uit naar de bevrediging van jouw verlangens. Daarbij kan ook nog iets anders komen dat je als een excuus gebruikt. Je kunt er later altijd berouw van krijgen. Het is eigenlijk niet goed maar als je om vergeving vraagt dan is het toch allemaal weer goed. Je maakt er echt wel eens een einde aan en dan vraag je om vergeving. Dat geldt ook van het kijken van porno. Dat is in onze tijd zo makkelijk. Ach, niemand ziet mij achter mijn scherm, er is verder niemand thuis. Over een tijd stop ik er wel mee en belijdt het als verkeerd en dan is er vergeving.
Als we zo leven zijn er in ieder geval twee dingen die we vergeten:
Het eerste is dat de HEERE alles ziet. Er is niets dat Hij niet ziet, en er is geen plaats waar Zijn ogen niet zien. In het leven gaat het er juist om dat we zó leven dat de HEERE erbij kan zijn zonder dat we ons hoeven te schamen. Dat Hij er zo bij kan zijn dat Hij ‘met plezier’ naar ons en ons leven kijkt. Juist als je in de verleiding komt, is het zo belangrijk dat je aan Christus denkt, en aan wat Hij voor jou gedaan heeft. Dat je aan de HEERE denkt voor wie je niets verborgen kunt houden. Dat je door aan de verleiding toe te geven de HEERE verdriet doet en straf over jezelf afroept.
Het tweede is dat het een redenering vanuit ongeloof is als je denkt dat je later wel berouw zult hebben en dat je dan wel vergeving zult krijgen. Dat is een redenering die de Satan gebruikt om jou te verleiden. Als je deze redenering gebruikt, leef je als ongelovige. Wie zegt dan dat je op een bepaald moment wél als gelovige gaat leven? Leven met Christus is maar niet op de knop drukken als het moeilijk voor je wordt. Het zogenaamde uitstellen van gelovig leven is zonde en betekent dat je op de weg bent die zonde en de duivel wijst. Als waarschuwend voorbeeld hebben we dan Ezau van wie we in Hebreeën lezen: ‘Laat niemand een ontuchtpleger zijn of een onheilige, zoals Ezau, die voor één enkele maaltijd zijn eerstgeboorterecht verkocht. Want u weet dat hij ook daarna, toen hij de zegen wilde erven, verworpen werd, want hij vond geen plaats van berouw, hoewel hij de zegen vurig en met tranen zocht’ (Hebreeën 12:16-17).
Waar seksualiteit alleen lust wordt
De HEERE heeft seksualiteit een plaats gegeven in het huwelijk tussen man en vrouw. Al in het paradijs heeft de HEERE als de Schepper dit duidelijk gemaakt. Ook na de zondeval is dit Gods goede norm. Dat zie je bijvoorbeeld daaraan dat Genesis 2:24 in het Nieuwe Testament meerdere keren als Gods norm voor ons leven herhaald wordt. Ik geef dit in een bespreking van Genesis 2:24 hieronder in kleine letter weer.
De HERE heeft alles in het paradijs zo geleid dat Adam er zelf achter kwam dat hij nog alleen was. Dat was ook het achterliggende doel van Gods opdracht aan Adam de dieren namen te geven. Zie Gen. 2,18-20. Adam is verrukt wanneer hij na zijn diepe slaap de vrouw ziet die de HERE uit één van zijn ribben gemaakt heeft. Hij zingt dan van vreugde het volgende lied: “Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen”.
Als Adam dit gezongen heeft, lezen we voor het eerst over seksualiteit in de Bijbel. We lezen dat in Gen. 2,24. Dit vers is heel belangrijk wanneer we willen zien welke plaats seksualiteit in ons leven heeft in te nemen. We lezen daar: “Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn”.
De eerste exegetische vraag waarop we nu antwoord moeten krijgen is of we in vs. 24 met woorden van Adam in het paradijs te maken hebben of dat dit woorden van de geïnspireerde schrijver van het boek Genesis zijn.
Het meest natuurlijk lijkt te zijn dat we hier met woorden van de geïnspireerde schrijver te maken hebben. De belangrijkste redenen daarvoor zijn:
- vs. 23 is in de directe rede geschrevenen; dat is in vs. 24 niet meer het geval.
- vs. 23 bestaat uit poëtische woorden en dat is niet zo met vs. 24.
Wanneer we naar de inhoud van vs. 24 kijken, is duidelijk dat vs. 23 en 24 onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. De eerste woorden van vs. 24 ‘al ken’ (die terecht met ‘daarom’ vertaald zijn) maken dat duidelijk. De man zal zijn vader en moeder verlaten en één vlees met zijn vrouw worden omdat de HERE dit als doel van de schepping van de vrouw aan Adam heeft duidelijk gemaakt.
Een tweede vraag is of vs. 24 om een constatering gaat of dat het de norm van de HERE voor ons leven is. Het verband waarin het woord ‘daarom’ hier staat en het verdere gebruik van Genesis 2,24 in de Schrift maakt duidelijk dat het hier niet om een constatering gaat. Het is niet alleen de mededeling: Zo gaat het nu eenmaal. We hebben hier met een opdracht van de HERE te maken die Hij als Zijn orde voor de schepping gegeven heeft. Zowel de Here Jezus als Paulus maken ons heel duidelijk.
De Here Jezus krijgt in Mattheus met een strikvraag van de Farizeeën te maken. Ze vragen Hem of een man toegestaan is zijn vrouw om allerlei redenen te verstoten. De Here Jezus grijpt in zijn antwoord dan heel duidelijk terug op wat Heilige Geest Gods volk al eerder geleerd heeft, in Gen. 1,27 en 2,24. De Heiland zegt dan in vs. 4-6: “Hebt u niet gelezen dat Hij die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw zou hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet eer twee, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden”.
Dit normatieve gebruik van Gen. 2,24 zien we ook in Mark. 10,7,8; 1Kor. 6,16 en Ef. 5,31.
Het huwelijk volgens Gods goede norm betekent dat de man zijn vader en moeder verlaat en zich aan zijn vrouw hecht. Je ziet hier dat de Schepper de plaats van de man als eerst-verantwoordelijke benadrukt. Hij heeft Adam als eerste geschapen en daarmee is de man de eerst-verantwoordelijke tegenover de HERE geworden. (Zie 1 Tim 2,12-13). De man is in het huwelijk het hoofd van de vrouw. Dat is de reden waarom van hem het initiatief moet uitgaan om het ouderlijke huis te verlaten.
De onthechting van vader en moeder moet gestalte krijgen. Dit moet er toe leiden dat de kracht en tijd die daardoor vrijkomt aan de hechting aan zijn eigen vrouw besteed wordt. Het verlaten van vader en moeder betekent niet dat je vanaf het moment van je huwelijk niets meer met vader en moeder te maken hebt. Nog altijd blijft ook dan het vijfde gebod staan dat je je ouders moet eren. Toch is de eerste verantwoordelijkheid dan voor de man een levenseenheid met zijn vrouw te vormen.
Het woord levenseenheid is belangrijk als we op het laatste deel van vs. 24 letten: “en zij zullen tot één vlees zijn”.
Wanneer je alleen op vs. 24 let zijn er drie dingen die op de hechte en innige verhouding tussen man en vrouw wijzen, welke verhouding ook een levenseenheid genoemd kan worden:
• Het werkwoord ‘hechten’.
• Niet aan een vrouw, maar aan zijn vrouw. Dat maakt al meteen duidelijk dat Gods norm is dat het huwelijk bestemd is voor een bijzondere verhouding tussen één man en één vrouw. We zien ook dat in het Nieuwe Testament op dit gedeelte als Gods norm voor het huwelijk voortgebouwd wordt. Het is Gods norm die vanaf het paradijs geldt in de hele geschiedenis.
Paulus wijst er op dat iedere man zijn eigen vrouw moet hebben en elke vrouw haar eigen man (1Kor. 7,2). We vinden dit ook weer in Ef. 5 terug. We lezen daar in de verzen 22-33 een aantal keren het meervoud mannen en vrouwen; en dan gaat het om mannen en vrouwen die ieder hun eigen vrouw of man hebben. Dat is heel duidelijk in vs. 28 en 33: “Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. ….. Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man”.
Een ander in dit verband belangrijk gedeelte in het Nieuwe Testament is 1Tim. 3,2,12. De Geest geeft daar door Paulus voorwaarden voor het ouderling of diaken worden in de gemeente van Christus. Zowel bij de voorwaarden voor ouderling als bij de diaken lezen we dan dat hij: “de man van één vrouw moet zijn”.
• Man en vrouw behoren in het huwelijk één vlees te zijn. Dat betekent dan ook dat er geen derde bij kan komen. Voor een derde is er geen ruimte.
Na de zondeval is het huwelijk dan ook bescherming tegen verleidende invloeden. Op een heel mooie manier wordt dat in een huwelijksformulier eigentijds zo verwoordt: „Hieraan geven man en vrouw gehoor, wanneer zij elkaar officieel trouw beloven voor het leven. Hun huwelijkssluiting vormt een publieke gebeurtenis. Daarin wordt de band tussen beiden rechtsgeldig voor God en mensen, Dit verbond zijn ze aan God en aan elkaar verplicht, als ze samen één willen zijn. Want de Schepper wil een ring van trouw zien om de intieme liefde. Alleen binnen het huwelijk mogen man en vrouw zich volledig aan elkaar geven. Zo wordt het kostbare geschenk van de seksualiteit beschermd en wordt losbandigheid tegengegaan. Ons lichaam is immers een tempel van de Heilige Geest.”
We gaan de grens van de verleiding heel snel over wanneer seksualiteit vooral lust wordt. Vooral bevrediging van eigen verlangens. Ook dit zien we in Spreuken 7 gebeuren: ‘Daarom ben ik naar buiten gegaan, jou tegemoet om je ijverig te zoeken en – daar vond ik je! Ik heb mijn rustbank opgemaakt met dekens, kleurige spreien van Egyptisch linnen. Mijn slaapplaats heb ik besprenkeld met mirre, aloë en kaneel. Kom, laten we dronken worden van liefde, tot de morgen toe, laten we samen genieten van grote liefde’ (vers 15-18).
Je ziet hier wat er vaak gebeurt. Mensen ontmoeten elkaar. Ze stellen zich ook als ze getrouwd zijn toch open voor toenadering, voor gevoelens voor elkaar. Voor gevoelens om toch bevrediging van verlangens bij de ander te kunnen krijgen. De een zegt tegen de ander: Jij bent nu precies wie ik eigenlijk altijd zoek. Jij past eigenlijk veel beter bij mij dan mijn eigen man of vrouw. Ik kom seksueel bij de ander ook veel tekort. Kom eens een avond bij mij wat eten want dan is mijn man of vrouw weg. Ik zorg dat het gezellig is. Doordat we in onszelf de seksualiteit vooral tot lust gemaakt hebben, is de stap niet groot meer om toe te geven. Je hebt voor jezelf ervoor gezorgd dat het bijna niet meer te stoppen is. In je hart en je gedachten ben je al zo ver gegaan dat niet verder gaan bijna niet meer kan. Wanneer je het begin van zulke dingen bij jezelf merkt, is het nodig om juist vanuit het gebed en het zien op de HEERE jezelf tot rust te brengen. Jezelf te bedenken of de HEERE er ‘plezier in zou hebben’ als je aan deze dingen zou toegeven.
Dit geldt ook voor de grens dat je porno gaat kijken. Dat je daarvan op een verkeerde manier gaat genieten. Er zijn altijd mensen die voor jou de weg willen leggen om tot deze dingen te komen. Die daarvoor de rode loper voor jou willen uitleggen. Zoals de vrouw in Spreuken heel verleidelijk zegt: ‘Ik heb mijn rustbank opgemaakt met dekens, kleurige spreien van Egyptisch linnen. Mijn slaapplaats heb ik besprenkeld met mirre, aloë en kaneel. Kom, laten we dronken worden van liefde, tot de morgen toe, laten we samen genieten van grote liefde’.
De grote liefde is dan niet de echte liefde, maar de lust en het bevredigd worden. Seksualiteit is dan geworden tot een product in plaats de kroon op de liefde voor elkaar, in trouw aan die ene man of vrouw die de HEERE je gegeven heeft.
De waarschuwing die klinkt
De Bijbel is een levensecht boek. De HEERE is de God die juist in liefde betrokken is op het leven van Zijn volk. Juist daarom klinken er waarschuwingen. Hij is de Vader die Zijn kind op Zijn goede weg wil houden en brengen. We horen in Spreuken deze liefdevolle waarschuwing onder andere in vers 24-27: ‘Nu dan, kinderen, luister naar mij en sla acht op de woorden van mijn mond. Laat je hart niet afwijken naar haar wegen, laat het niet afdwalen op haar paden. Zij heeft immers vele dodelijk gewonden doen neervallen, geweldig veel zijn allen die zij heeft gedood. Haar huis is een weg naar het graf, die afdaalt naar de binnenkamers van de dood’.
Gevaren zijn er. Verleiding is er. Je kunt niet zeggen dat die verleiding niet op jou afkomt omdat jij zelf zo sterk in geloof bent. Het is niet zo dat iemand kan zeggen dat zo’n verleiding nooit vat op jou zal krijgen. Heel duidelijk lezen we dat in Galaten 6:1. ‘Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u, die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt’.
Juist bij het op jezelf letten zijn de waarschuwingen van de Geest in Gods eigen Woord van onschatbare waarde.
Het is belangrijk dat je altijd weer op je eigen hart let. Wanneer daarin gevoelens beginnen op te komen die je op een andere weg willen brengen dan Gods weg, waak er dan voor die gevoelens niet te gaan koesteren. Je kunt die zondige gevoelens koesteren, terwijl je denkt dat je die zonden niet actief gaat doen. Dat is ook zo’n verleiding van de duivel. Hij wil dat ons graag laten geloven. Dan kun je in je hart en gedachten met deze verkeerde gevoelens spelen. Het gevolg is vaak dat ze groter en heftiger worden. Er komt vanuit je gevoel al meer aandrang om er echt aan te werken om het werkelijkheid te maken. We hebben ons hart te bewaken en zulke gevoelens voor God te belijden en te vragen om door de kracht van de Geest die terug te dringen. Met het doel om die verlangens dood te maken. Om daartegen echt te vechten in Gods kracht.
Dat betekent ook dat je niet de mensen en de gelegenheden zoekt die de verkeerde verlangens weer makkelijk kunnen aanwakkeren. Blijf erbij weg. Je moet niet gaan dwalen. Je moet niet even datgene gaan opzoeken waarvan je weet dat dit jou in verleiding brengt. Zoek dan juist mensen en gelegenheden op waarvan je weet dat die je de goede kant op sturen.
Het andere deel van de waarschuwing is dat toegeven aan de verleiding tot ellende leidt. Heel vaak al in dit leven. Wat is er geen ellende wanneer er overspel ontdekt wordt. Bij kinderen, bij anderen die door het overspel diep geraakt zijn. Dat geldt ook bij het kijken van porno. Hoe diep wordt je leven en het leven van anderen daardoor geraakt. Wat gaat er veel stuk. Wat is er een verdriet. Je komt vaak diep in de ellende. Uit liefde waarschuwt de HEERE ons daarvoor.
Het gaat nog dieper en verder. De ellende is vooral dat je, door toe te geven aan de verleiding, Christus buiten de deur laat staan. Dat, als je zo blijft leven en het echte berouw niet komt, je voor God zult verschijnen en er geen vergeving is. Dat je jezelf door je eigen leven tot een eeuwig, ellendig leven –de eeuwige dood– veroordeelt. Je mist het eeuwige leven dat Christus verdiend heeft.
Als laatste wil ik nog op iets anders wijzen. Hoe kijk je terug als je door Gods genade toch tot berouw komt en met echt verdriet over wat je gedaan hebt naar de HEERE gaat? Een echt kind van God dat in liefde met Christus leeft, zegt dan niet: „Mooi, vergeving gekregen, mooi dat ik dit even in het leven heb kunnen meepakken.” Die gaat tegenover anderen ook niet opscheppen over hoeveel seksuele contacten hij of zij wel gehad heeft. Nee, dan schaam je je daarvoor! Dan praat je er niet graag over, want dan zie je weer je schuld, je verkeerde leven voor Gods ogen. Dan is er belijdenis van schuld zonder trots te zijn op je vroegere leven. Het is dus duidelijk dat een leven waarin je seksueel verleidt of je laat verleiden, ook door porno, een leven is waar je bij weg moet blijven. Gods kind vindt daarin geen plezier. Dan laat je je als kind van God graag waarschuwen door de Vader in de hemel. Door het Woord dat de Geest tot ons heeft laten komen.