Een artikel geschreven door Ds. J.R. Visser
Enkele opmerkingen over de relatie tussen prediking en ethiek.
Wat je hierboven ziet is niets meer dan een werktitel. Wanneer je met deze dingen bezig bent, komt je al meer voor ogen dat er veel te zeggen is en ook veel gezegd moet worden. Je merkt ook dat er de laatste jaren niet echt veel over gezegd en geschreven is. Dat heeft in christelijke kring veel te maken met de afkeer van wat moralisme en wetticisme genoemd wordt. Juist omdat er zo in populaire termen over gesproken wordt neem ik voor moralisme en wetticisme hier definities op zoals je die op het internet vindt.
Moralisme: “Moralisme is een cultureel begrip, dat in eerste instantie duidt op de neiging tot moraliseren – dat wil zeggen, het in morele termen oordelen over iets, dat mogelijk niet moreel te beoordelen is. Moralisme huldigt het idee dat sommige dingen zonder meer goed of kwaad zijn. Een moralist zou bijvoorbeeld zedelijkheid in absolute termen kunnen opvatten. Deze strikte regels over de juist moraal zijn vaak louter theoretisch, ze zijn niet per definitie ergens te vinden.
‘Moralisten’ krijgen soms het verwijt, niet het minst als het gaat om wetgeving dat ze vanuit bepaalde morele opvattingen (in plaats van bijvoorbeeld feitelijke informatie) verschijnselen die zij als verwerpelijk zien, proberen te bestrijden, zelfs als de schadelijkheid van het betreffende verschijnsel niet gebleken is. Zo kan het pragmatisme worden gezien als een tegenhanger van het moralisme.
Moralisme wordt niet zelden in verband gebracht met geopenbaarde religies, maar vindt men eveneens in verscheidene politieke ideologië.”[1]
Wetticisme: “Overtuiging die een sleutelpositie toekent aan de wet en aan het gehoorzaam onderhouden van de wet. Daardoor maakt men gemakkelijk het behoud van de mens afhankelijk van zijn eigen prestaties en niet van het geloof in Jezus Christus die mensen rechtvaardig verklaart, zonder de werken van de wet (Rom. 3:21vv). Vormen van wetticisme bedreigen gemakkelijk kerken die een uniform patroon van handelen voor alle leden eisen. Wetticisme getuigt van een gebrek aan liefde door mensen te binden aan bepalingen die niet rechtstreeks uit het christelijke geloof voortvloeien. Vaak gaat wetticisme gepaard met conservatisme en formalisme; wat vroeger werd goed- of afgekeurd, moet de geslachten door in stand blijven; regels moeten stipt in acht genomen worden.” [2]
Je ziet in onze tijd sterk de neiging om er de nadruk op te leggen dat we elkaar niet moeten voorschrijven hoe er geleefd moet worden. Het gaat om de vrijheid die we in Christus hebben. We zijn een in Christus en als je daarbij teveel ethiek haalt, kan er verdeeldheid komen en dat moet je voorkomen. Deze dingen hebben ook alles te maken met wat H.N. Ridderbos in 1983 over de verandering die er aan de gang was, schreef: “Wat er eigenlijk aan de hand is, is nog iets anders, namelijk dat – om het wat vierkant te zeggen – de religie bezig is te veranderen. De aandachtsrichting van het geloven is – althans bij de heersende trend – een geheel andere geworden. Veel meer naar buiten gericht – de wereld, de maatschappij, de politiek – dan naar binnen – de kerk als kerk, de persoonlijke relatie van de mens met God, het geloof en zijn zekerheid. Veel meer gericht op wat het geloof uitwerkt dan op wat het in houdt.”[3]
Dit citaat van 36 jaar geleden laat een richting zien. Een richting die we herkennen en zich doorzet. Het is onze roeping om missionair te zijn maar dat wordt nu tot in preken toe zo ingevuld dat niet de inhoud vanuit de Schrift bepalend is maar wat volgens velen iets in mensen uitwerkt. Daarbij is de gedachte al meer dat de vergeving een gegeven is. Hierbij is in ons land vooral aan de invloed te denken van Tom Wright[4] die op een populaire manier uitgewerkt is door het nu al heel bekende boek van Reinier Sonneveld[5]. Het Godsbeeld dat voortkomt uit de gedachte dat de vergeving een gegeven is en we ons daarover niet druk moeten maken, zorgt ook voor huiver om ethiek in de prediking naar voren te brengen. In deze bijdrage wil ik er bij stilstaan of die huiver terecht is . Hoe spreekt de Geest daarover in de Schrift? Hoe belijden we dat in de Belijdenisgeschriften? Ik hoop een paar elementen te laten zien die in ieder geval duidelijk maken wat de richting is die de Geest ons wijst. Ik kom aan het einde van deze bijdrage terug op moralisme en wetticisme. Waarbij ik er dan ook kort op inga of een prediking die perfectionisme bevordert de oplossing kan zijn.
Hoort ethiek bij het leven met de HERE?
Preken is heel kort gezegd om mensen door de verkondiging bij de HERE te brengen. Na Christus werk kunnen we zeggen “rechtstreeks naar Christus”.[6]Dat betekent dat juist vanuit het verkondigen van Gods daden het leven met Hem heel duidelijk ter sprake moet komen. Je ziet hier dan ook meteen dat vragen rond leer en leven alles met de prediking te maken hebben. Ik ga nu in een vogelvlucht door de Schrift met de vraag of ethiek bij een leven met de HERE hoort. Waarbij er dan ook aandacht wordt gegeven aan de vraag of die ethiek ook plaats moet krijgen in de verkondiging.
- We beginnen in het paradijs. Leven daar is geen leven op de automatische piloot. Het is leven in bewuste liefde voor de HERE. De mens krijgt voor Zijn leven een duidelijke opdracht. Gen: 1:26,27. Het is ook duidelijk dat de HERE in contact met de mensen staat. Ze herkennen Zijn geluid in het paradijs. Gen 3: “En zij hoorden de stem van de HEERE God, Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag. Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen in de hof.” Vs 8
Daarbij komt dat er ook in het paradijs een duidelijk gebod was dat meteen een verbod was. Het niet eten van de boom van kennis van God en kwaad. Gen 2:16,17. Het gaat er niet alleen om dat de mens weet dat en hoe de HERE de hemel en de aarde gemaakt heeft maar ook hoe ze hebben te leven met en voor Hem.
- De opdracht om werkelijk te leven volgens Gods wil, blijft na de zondeval bestaan. Ook na de zondvloed. Je ziet juist voor de zondvloed hoe een leven tegen Gods wil de HERE raakt. Ik denk nu aan Genesis 6: “En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren. Toen kreeg de HEERE er berouw over dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het bedroefde Hem in Zijn hart. En de HEERE zei: Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, van de aardbodem verdelgen, van de mens tot het vee, tot de kruipende dieren en tot de vogels in de lucht toe, want Ik heb er berouw over dat Ik hen gemaakt heb. Maar Noach vond genade in de ogen van de HEERE.”vs 5-8
Juist dit laat zien hoe belangrijk het is dat er gesproken wordt over de uitwerking van de zonden en dat je daarmee de HERE verdriet doet. Het zou vreemd zijn als dat niet in de prediking ter sprake zou komen. Hier zie je heel goed dat leven tegen de wil van God in vooral zonden tegen de HERE is. Zoals David dit later in Psalm 51 schrijft: “ Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen, zodat U rechtvaardig bent wanneer U rechtspreekt en rein bent wanneer U oordeelt.” Vs 6
Een voorbeeld van hoe de HERE ook na de zondvloed blijft handhaven dat leven volgens Zijn wil er echt bij hoort is wat we lezen In Genesis 17: “Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de HEERE aan Abram en zei tegen hem: Ik ben God, de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht.” vs 1
- Wanneer de HERE Zijn volk uit Egypte gered heeft, komt er dat hele bijzondere moment van het geven van de 10 geboden aan Zijn volk.
De 10 geboden nemen een bijzondere plaats in. Ik noem een paar elementen die dat laten zien. God spreekt deze geboden uit met eigen stem; God schrijft ze met Zijn eigen vinger op; De 10 geboden moeten in de ark bewaard worden.
Deze geboden zijn de duidelijke samenvatting van hoe de HERE wil dat de mensen leven. Het is Zijn goede wil zoals die er altijd is geweest. Het laat zien wat een echt goed leven is. In de manier waarop het geformuleerd is, klinkt door dat de mens na de zondeval leeft en met een zondig hart rondloopt. De tien geboden laten ook zien dat juist Gods volk door haar leven een voorbeeld moet zijn. Zo ook laat zien dat leven met de HERE het goede leven is. Ik noem nu 5 elementen die vanuit het geven van de 10 geboden aan Zijn volk ook belangrijk zijn om te laten doorklinken in de prediking. Die in de eerste plaats prediking aan Gods volk is en daarmee ook aan de hele wereld.
- Het is belangrijk om er op te letten dat in Exodus 19 het volk zich voorbereidt op de ontmoeting met de HERE bij de Sinai. Het volk wordt daar “een koninkrijk van priesters en een heilig volk” genoemd. Het volk dat o.a. apart gezet is om het leven volgens Gods wil te kennen. Gods volk kent Gods wil juist als een voorecht. Psalm 147: 20. Het volk van God is ook apart gezet om een getuigenis voor de wereld te zijn. Dat is vooral na Christus werk op aarde heel duidelijk. We lezen in 1 Petrus met een heel duidelijke verwijzing naar Exodus 19 het volgende: “Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent.” Vs 9,10
- De HERE maakt duidelijk dat Hij als de Redder en Bevrijder naar Zijn volk toekomt. De eerste woorden van de decaloog maken dat heel duidelijk: “Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft.” Ex 20:1. Gods geboden die zo duidelijk op een leven in liefde voor God en de naaste gericht zijn, laten de echte vrijheid zien. Daarop wijst de Geest o.a. ook door Jakobus: “Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtige hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet. ….. Spreek zó en handel zó als mensen die geoordeeld zullen worden door de wet van de vrijheid. Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem die geen barmhartigheid heeft bewezen. En de barmhartigheid triomfeert over het oordeel.” 1:25; 2:12,13
Dit betekent voor de prediking o.a. dat er aandacht moet Zijn voor de wet van God. Voor Zijn heiligheid. De HERE zegt steeds weer: “Wees heilig want ik ben heilig.” Dat zijn woorden die voor heel de geschiedenis gelden. Zowel voor als na de komst van Christus. Leven in de vrijheid, leven in de vrijheid van de Geest is ook heilig leven voor God volgens Zijn geboden. Dat deze oproep tot heilig leven in Gods vrijheid steeds weer terugkomt zie je ook als je let op: Leviticus 11;44,45; 19:2; 20:7; 1 Petrus 1:16
- Ik ben al wat vooruitgelopen op wat ik als derde hierbij wil zeggen. De 10 geboden laten namelijk als samenvatting van Gods wil ook zien wie Hij is. Juist bij de HERE die een en al waarheid, een en al betrouwbaarheid is, is dit zo. Bij de HERE is het nooit zo dat Hij iets voorschrijft of zegt waar Hijzelf niet achter staat. Ook Gods geboden laten zien wie en hoe Hij is. In de Engelstalige literatuur vaak omschreven als het ‘karakter’ God. Dat klinkt in het Nederlands toch anders. We zien in de geboden ook het beeld van God en laat ons zien hoe we als beelden van Christus en van God door het leven hebben te gaan. Juist het beeld van God zijn is de grote opdracht die we in Genesis 1 al hebben gekregen. Dit zal zeker onderdeel van de prediking moeten zijn.
- De HERE is de God van Zijn volk. “De HERE uw God”. Hij is de God van het volk dat Hij bevrijd heeft en dat bij Hem hoort. Bij dat volk hoort een leven zoals de HERE dat wil. De HERE staat in een levens en liefdesverhouding met Zijn volk. Hij openbaart zich als hun God. Ze kunnen en moeten bouwen op Hem. Hij is God en geen ander is dit. Dat laat Hij in de eerste twee geboden heel duidelijk weten. Daarom is het leven van Gods volk als het goed is gebouwd op Hem als de enig levende God en op Zijn woorden en daden. Dat is juist wat ook in de prediking naar voren moet komen.
- De wet van de HERE is de wet van de vrijheid zoals we al eerder zagen. De vrijheid in Christus moet verkondigd worden. We mogen ons niet terug laten brengen tot gevangenschap en slavernij. Dat we ons in greep laten houden door zonde en duivel en daarin in zonden leven. In het geloof is er de vrijheid van Christus. Die vrijheid moet ook steeds weer voorgehouden worden in de prediking. Juist met het woord vrijheid willen velen in onze tijd ethiek als de door God gewilde manier van leven onder druk zetten. Het wordt al meer een vrijheid om zelf te bepalen hoe je leeft en denkt en omgaat met God en Christus. Hier is heel belangrijk om de gegevens over de wet van de vrijheid te combineren wat we in Galaten 5 lezen. Je ziet daar als het ware de twee uitersten. Je laten knechten door een wetticisme van een bepaalde groep die bindt boven Gods wet en daarin de zekerheid en de zaligheid zoekt. Aan de andere kant een vrijheidsbegrip dat eigen zondige hart de vrijheid geeft om te bepalen wat goed is. Of in ieder geval om te leven hoe je dat zelf wil. Met vaak dan als gelovig excuus dat de Geest je zo leidt omdat Hij na Jezus Christus’ werk in je hart woont. Die twee uitersten worden in Galaten 5 zo aangegeven:
“Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten. Zie, ik, Paulus, zeg u dat, als u zich laat besnijden, Christus u van geen nut zal zijn. En nogmaals betuig ik aan ieder mens die zich laat besnijden, dat hij verplicht is de hele wet te onderhouden. U bent van Christus losgeraakt, u die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; en daarmee bent u uit de genade gevallen.” vs 1-4
“Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. Want de hele wet wordt in één woord vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Maar als u elkaar bijt en verslindt, pas dan op dat u niet door elkaar verteerd wordt. Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.” vs 13-16
Juist als je dan verder leest in Galaten 5 wat de vrucht van de Geest is, zie je hoe dat juist een leven in liefde volgens Gods geboden is.[7] Daarbij komt wel de vraag op wat het betekent dat Paulus dan in vers 18 schrijft: “Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet.” We moeten goed bedenken dat bepaalde leiders de Galaten wilden terugbrengen naar de periode van de wet waarin Christus nog niet gekomen was. Ze wilden alle christenen terugbrengen naar wetten en gebruiken die door Christus komst zo waren vervuld dat ze afgeschaft waren. Om mensen daartoe nu toch weer te verplichten, zoals de besnijdenis en de voedselvoorschriften, zou je teruggaan in de heilsgeschiedenis en doen alsof het je houden aan deze dingen voor de verlossing zou kunnen zorgen. De periode van de wet is voorbij. Het is de uitgestorte Geest die de gelovigen in hun hart in liefde bindt aan de geboden van God die laten zien hoe Hij wil dat we leven.
Hierbij is ook heel belangrijk dat Christus zelf spreekt over het houden van Gods geboden. Die ook Zijn geboden zijn. Twee voorbeelden daarvan:
“Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.” Joh 14:15-17. Je ziet ook hier dat juist de Geest die komt alles te maken heeft met een leven volgens Gods geboden vanuit de liefde van Christus.
“Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen. Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent. Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde. Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf. Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u zal blijven en uw blijdschap volkomen zal worden.” Joh 15: 6-11
Al met al zal het heel duidelijk zijn dat bij de verkondiging van het evangelie behoort dat opgeroepen tot een leven volgens Gods geboden. Dat dit wordt verduidelijkt en dat er ook verkondigd wordt dat juist een leven in liefde met de HERE niet zonder Zijn geboden kan.
De profeten
Wanneer we het over predikers hebben dan nemen de profeten een heel bijzondere plaats in. Zeker ook als we bedenken dat de hele gemeente na de uitstorting van de Geest wordt opgeroepen om te profeteren. Wanneer we daarbij bedenken dat er betrouwbare mannen moeten komen die juist als dienaren van het Woord het evangelie moeten verkondigen. Dienaar van het Woord is heel kort gezegd het Woord van God doorgeven. Dat deden de profeten op een bijzondere manier. Als je naar de profeten, de nevi’m kijkt, valt er iets bijzonders op als je aan ons thema denkt. Dan zie je dat juist de ethiek, een leven volgens Gods geboden een heel belangrijke plaats inneemt. Een van de oorzaken waarom profeten geroepen worden in bepaalde tijden is om het volk terug te roepen naar een leven volgens Gods geboden. Dan komen er geen nieuwe of aangepaste geboden maar wordt het volk teruggeroepen naar een leven volgens de door de HERE gegeven geboden.[8] Bekering om weer volgens Gods aloude gebod te leven. Ik geef hiervan ook een aantal voorbeelden die vanwege het thema van dit artikel dan vooral betrekking hebben op het tweede deel van de 10 geboden.
Het is opmerkelijk wat we in 2 Kronieken in het laatste hoofdstuk ook een duidelijke tergverwijzing krijgen waarom het volk in ballingschap is gegaan. . We krijgen daar echt profetische geschiedbeschrijving. We lezen in 2 Kronieken 36: “De HEERE, de God van hun vaderen, zond hun vroeg en laat waarschuwende woorden door de hand van Zijn boden, want Hij wilde Zijn volk en Zijn woning sparen. Maar zij spotten met de boden van God, verachtten Zijn woorden en maakten Zijn profeten belachelijk, tot de grimmigheid van de HEERE tegen Zijn volk zo hoog opsteeg dat er geen genezing meer mogelijk was. …. En wie overgebleven was van het zwaard, voerde hij weg naar Babel, en zij werden hem en zijn zonen tot slaven, tot het koninkrijk van Perzië ging regeren,
om het woord van de HEERE, bij monde van Jeremia gesproken, te vervullen, totdat het land behagen zou scheppen in zijn sabbatsjaren. Het rustte al de dagen van de verwoesting, totdat de zeventig jaar vervuld waren.” vs 15,16 …20,21
De profeten zijn het ook die het volk laten zien hoe ze van Gods concrete geboden afgeweken zijn en daarom niet vanuit de liefde van God in liefde voor de naaste leven. Weer enkele voorbeelden:
Hosea 4:1-3: Hoor het woord van de HEERE, Israëlieten, want de HEERE heeft een rechtszaak
met de inwoners van dit land, omdat er geen trouw, geen goedertierenheid en geen kennis van God in het land is. Vloeken, liegen, moorden, stelen en overspel plegen zijn wijdverbreid; bloedbad volgt op bloedbad. Daarom treurt het land, en ieder die erin woont, verkommert, met de dieren van het veld en de vogels in de lucht. Zelfs de vissen in de zee worden weggenomen.”
Jesaja 1: “En wanneer u uw handen uitspreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer u uw gebed vermeerdert, luister Ik niet: uw handen zitten vol bloed. Was u, reinig u! Doe uw slechte daden
van voor Mijn ogen weg! Houd op met kwaad doen, leer goed te doen, zoek het recht! Help de verdrukte, doe de wees recht, bepleit de rechtszaak van de weduwe! Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren, zegt de HEERE. Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw; al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol. Als u gewillig bent en luistert,
zult u het goede van het land eten, maar als u weigert en ongehoorzaam bent, zult u door het zwaard gegeten worden; want de mond van de HEERE heeft gesproken.” Vs 16-20
Jesaja kan dan ook zeggen Gods volk: “Terug naar de wet en het getuigenis! Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn.” 8:20
Wanneer we denken aan Christus als onze grote Profeet en Leraar zien we ook dat juist dat leven volgens Gods geboden vanuit een hart van liefde voor de HERE onmisbaar is en veel aandacht in Zijn prediking krijgt. Denk hierbij aan de Bergrede (Matt 5-7). Denk hierbij ook aan de prediking van de Here Jezus ten aanzien van de jongste dag en het laatste oordeel. Hoe Christus dat laatste oordeel tekent als de twee groepen die voor Hem staan. Waarbij Hij dan duidelijk maakt waarom de ene groep aan Zijn rechterhand staat en de ander aan Zijn linkerhand staat. Waarom de ene groep onder het eeuwige oordeel valt en de ander het eeuwige leven binnengaat. Zie Mattheus 25:31-46.
Huistafels[9]
Het was mijn bedoeling om veel meer over de zogenaamde huistafels te schrijven. Omdat het al heel uitgebreid geworden is nu maar enkele opmerkingen. We vinden de huistafels op de volgende plaatsen in het Nieuwe Testament: Efeziërs 5:22-6:9; Kolossenzen 3:18-4:1; 1 Timotheus 2:9-15; Titus 2:4,5 en 1 Petrus 2;18-25; 3:1-7; 5:5. We noemen dit huistafels omdat daarin geregeld wordt wat de orde binnen de toenmalige oikosgemeenschap moest zijn.
Wanneer je dit in een schema zet, krijg je het volgende:
Een belangrijke vraag bij deze huistafels is of we hier niet te maken hebben met de gewoonten en de ethiek die er toen in de Romeins-Griekse samenleving was. Is dit niet gewoon heidense ethiek die in het Nieuwe Testament overgenomen wordt? Om er voor te zorgen dat niet onnodig obstakels voor het geloof in Christus toen werden opgeworpen.
Hier zou veel meer over te zeggen zijn maar ik wil nu wel dit punt maken: Als het gaat hier om de verhouding tussen man en vrouw en ouders en kinderen dan hebben we te maken met een verhouding die in de schepping en de verdere geboden van God gegrond is. Als het gaat om de verhouding tussen heer en slaaf gaat het om een bestaande arbeidsverhouding die in Christus een heel andere invulling krijgt. Dat brengt mij tot het punt dat ook deze huistafels voor vandaag grote waarde hebben als we leren zien dat het om verhoudingen in Christus gaat. Heel mooi zie je dat als je let op het vers dat aan Efeze 5:22 voorafgaat en waar ook het woord onderdanig wordt gebruikt: “Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods.”
Het in Christus zorgt er voor dat er in een verhouding van liefde voor elkaar vanuit Gods liefde met elkaar geleefd wordt. De prediking heeft ook uit te leggen wat gehoorzaamheid en onderdanigheid betekent in onze tijd. Hoe de liefde van God daarin mag schitteren. Het gaat erom dat deze verhoudingen van twee kanten gaan schitteren door een leven met en vanuit Christus. Je ziet steeds de oproep naar beide partijen om die onderdanigheid en leiding, die gehoorzaamheid en leiding vanuit Gods liefde vorm te geven. Nog een laatste opmerking over geloofsgehoorzaamheid.
Geloofsgehoorzaamheid
Ik wil hier nog kort aandacht vragen voor het spreken van Paulus in de Romeinenbrief over geloofsgehoorzaamheid.
Het gaat me nu om de volgende verzen:
1:5,6: “Door Hem hebben wij genade en het apostelschap ontvangen tot geloofsgehoorzaamheid onder alle heidenen, ter wille van Zijn Naam, waartoe ook u behoort, geroepenen van Jezus Christus.
6:16,17: “Weet u niet dat aan wie u uzelf als slaaf ter beschikking stelt tot gehoorzaamheid, u slaaf bent van wie u gehoorzaamt: óf van de zonde, tot de dood, óf van de gehoorzaamheid, tot gerechtigheid? Maar God zij dank: u was wel slaaf van de zonde, maar nu bent u van harte gehoorzaam geworden aan het voorbeeld van de leer waaraan u overgegeven bent.
15:18: “Want ik durf het niet aan iets te zeggen wat Christus niet door mij teweeggebracht heeft, om de heidenen tot gehoorzaamheid te brengen, in woord en daad”
16:26,27: “maar dat nu geopenbaard is en door de profetische Schriften onder alle heidenen bekendgemaakt is, overeenkomstig het bevel van de eeuwige God, om hen tot geloofsgehoorzaamheid te brengen, aan Hem, de alleen wijze God, zij door Jezus Christus de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.”
Uit deze teksten is heel duidelijk dat gehoorzaamheid en geloof in Christus bij elkaar horen[10]. Ze kunnen niet van elkaar losgemaakt worden. Dit betekent dat als we in Christus als de Heer geloven ook de ethiek, ook de manier van leven in gehoorzaamheid aan Christus een duidelijke plaats in de prediking moet innemen. Ook is duidelijk dat het een gehoorzaamheid is door het geloof in Christus. Geen gehoorzaamheid op zichzelf maar in de liefdesband aan Christus en daardoor met de Vader in de hemel door de Geest gewerkt. Het gaat om een gehoorzaamheid voor Jood en Griek. Voor ieder mens die op aarde leeft. Dit betekent dat het in de christelijke ethiek en in de prediking gaat om het aanspreken van alle mensen.
Moralisme – wetticisme – perfectionisme
De Geest maakt ons in de Bijbel duidelijk wat de wil van God voor ons leven is. Hij geeft ons in Zijn Woord duidelijke normen. Betekent dit nu dat we moeten naar een moralistische prediking? Een prediking die alle nadruk legt op de regels voor ons leven. Waarin de regels en normen de overhand hebben in de prediking?
Nee. De prediking vindt zijn startpunt altijd weer in de indicatief. In wat de HERE ons in Zijn Woord zegt. In wat Hij ons vertelt over Zijn daden in verleden, heden en toekomst. Uit dat Woord dat klinkt, uit de daden van God zien we wie Hij is. Christus komt tot ons in de prediking. De Geest wil door het Woord in ons wonen. In ons al meer te geven dat we uit dat Woord en uit de daden van God leven. Om al meer vanuit liefde en daardoor met berouw over de zonden beeld van God te willen zijn. Waarbij we dan nooit de verhouding van het kind dat van vader houdt uit beeld verliezen. Vanuit de verwondering dat we een hemelse Vader hebben die zich naar zondige mensen heeft neergebogen om ze tot Zijn kinderen te maken. We willen volgens Gods moraal leven omdat we van Hem houden. Daarom willen we al meer weten wat Zijn wil is om vanuit de liefde voor hem volgens die wil al meer te leven. Zo komen we ook bij vraag en antwoord 115 van de Heidelbergse Catechismus[11]. We willen ten volle gehoor geven aan de imperatief van de prediking die er zeker moet zijn. De liefdeseis die in de prediking ook voor ons leven van elke dag naar ons toekomt.
Wat dan van een prediking waarin het vooral om de wet, om de geboden gaat? Ook dat is geen begaanbare weg. Dan komt de ethiek nog het meest voordelig op zichzelf te staan. Dan worden het al meer regels op zichzelf. Ze verliezen al meer de warmte van God en van het evangelie. Dan komt de werkheiligheid ons leven binnen. Al meer ook de gedachte dat we het toch voor een deel zelf moeten doen. Geen wetticisme want dat tast het karakter van de genade aan. Dan verliest het christelijk geloof haar hart en ook het onderscheid met andere godsdiensten. Christelijke ethiek is juist de warme gloed die het koude zondaarshart uit liefde voor en van Christus leert om in de warmte van de Geest te gaan staan en je door Hem te laten leren en leiden.
Wat dan van het perfectionisme?[12] Is dat niet de aangewezen weg als we letten op wat de Here Jezus zegt in Mattheus 5:48: “Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.”
Let erop dat dit een aansporing van de Here Jezus is. Het is niet zo dat de HERE in die zin volmaaktheid van ons vraagt dat we moeten verkondigen dat we vanaf een bepaald moment ook ethisch volmaakt moeten zijn om Gods kind te zijn. We zullen de genade moeten blijven verkondigen die Christus verdiend heeft. Het is ook de genade om je eigen onvolmaaktheid te zien, om juist te streven naar het volmaakte en in de strijd tegen de zonden in eigen leven het van de Geest als genadegave om Christus’ werk te verwachten. De indicatief en de imperatief van de prediking kunnen niet zonder de belofte van de Geest en de vergeving. Paulus geeft dat geleidt door de Geest zo weer: “Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen. Broeders, ikzelf denk niet dat ik het gegrepen heb, maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus.” Fil 3:12-14
Dus geen moralisme, geen wetticisme, geen perfectionisme maar de prediking van Christus en in Hem van de Drie-enige God. Om vanuit de liefdesband met Hem ook steeds weer de weg te wijzen wat dit voor ons leven van elke dag betekent. Dan is er ontdekking van zonden, dan is er vluchten tot Christus en dan is er je door de Geest uit liefde tot God willen leven volgens Gods wil. Juist de echte christelijke ethiek hoort bij de prediking. De prediking die laat zien dat geloven niet maar alleen een of andere beschouwing is. Het gaat om gevuld geloof, om het liefdesleven leven met Christus die alles over ons te zeggen heeft. [13]
Conclusie
Uit wat we tot nu toe gezien hebben is duidelijk dat prediking van het evangelie niet zonder ethiek kan. Ethiek in de zin van dat we vanuit Gods Woord laten zien wat een leven in liefde voor onze manier van leven en onze keuzes in de schepping hier en nu betekent. Het gaat dan om een leven dat vanuit de verbondenheid in liefde aan de Drie-enige volgens Zijn geopenbaarde wil voor het hele bestaan wil leven. Leven in geloof is ook leven volgens Gods geboden. De prediking richt zich vanuit Gods openbaring dan ook op een geloof dat niet op prestatie om te verdienen gericht is maar wel op een geloof dat echt liefdesleven met de HERE is.
Bibliografie
Ik neem hier niet op de commentaren die geraadpleegd zijn. Dat zou de lijst onnodig lang maken.
Bruggen van, J Geloofsgehoorzaamheid. De betekenis van een paulinische formulering voor ethiek
In: JFH Schaeffer e.a. Nuchtere Noodzaak p. 75-83 Kampen 1997
DeYoung, K The 10 commandments Wheaton 2018
DeSilva, D.A. An introduction to the New Testament Downers Grove 2018
Douma, J De onmisbaarheid van de personele ethiek Groningen 1971
Douma, J De tien geboden I Kampen 1985
Douma, J Grondslagen Kampen 1999
Floor, L ’n Lamp vir almal in die huis Pretoria 1986
Gemeren van, W Interpreting Prophetic Word Grand Rapids 1990
Gemeren van, W The law is de perfection of de righteousness in Jesus Christus In: G. Bahnsen e.a.
Grand Rapids 1993 p. 13-58
Green, J.B. e.a. The New Testament and Ethics Grand Rapids 2013
Green, J.B. e.a. The Old Testamen and Ethics Grand Rapids 2013
Kaiser, W.C.jr Toward Old Testament Ethics Grand Rapids 1983
Koole, J.L De tien geboden Kampen 1983
Koorevaar, H – Paul, M.J. Theologie van het Oude Testament Zoetermeer 2013
Loonstra, B Zo goed en zo kwaad Zoetermeer 2000
Schrage, W Ethik des Neuen Testamentes Gottingen 1982
Tigchelaar, J.J Over Christelijke ethiel In: Graaf van der, J e.a. Belijden met hoofd en hart
Kampen 2003 p. 379-474
Trimp, C De verleiding van het perfectionisme In: JFH Schaeffer e.a. Nuchtere
Noodzaak p. 189-208 Kampen 1997
Velema W.H. Ethische vragen in prediking en pastoraat Kampen 1989
Vriezen, Th.C Hoofdlijnen der theologie van het Oude Testament 1977
Walt van der, B.J. Die vierde weg Potchefstroom 1980
Wendland, H.D. Ethik des Neuen Testamentes Gottingen 1978
Wiegman, E Wat is goed? Amsterdam 2015
[1]https://nl.wikipedia.org/wiki/Moralisme
[2]http://www.protestant.nu/Encyclopedie/tabid/359/Page/Wetticisme/Default.aspx
[3] Ridderbos Centraal Weekblad 21 september 1983 31 jrg nr 38 p. 7
[4] Juist als het om de vergeving gaat, is heel belangrijk: Tom Wright Goede Vrijdag van wijnen Franeker 2018
[5] Reinier Sonneveld Het vergeten evangelie Buijten & Schipperheijn Amsterdam 2018
[6] Lezing R van der Wolf Rechtstreeks naar Christus Weerklank 6e jaargang nr 9, november 2018
[7] Goede literatuur over de vrucht van Geest: L. Floor De vrucht van Geest Jongbloed Heerenveen 2004
CG Vreughdenhil Vruchtdragen voor Hem Jongbloed Heerenveen 2007
[8] Zie o.a. Koorevaar – Paul Theologie van het Oude Testament Boekencentrum Zoetermeer 2013. Zij typeren de profeten in het Oude Tstament met de woorden: Terug naar de Tora p.207 e.v.
[9] Goede studie over de huistafels: L. Floor ’n Lamp vir almal in die huis NG Kerkboekhandel Pretoria 1986 Zie voor de huistafels ook: David A da Silva An Introduction to the New Testament Inter varity Press Downers Grove 2018
[10] Er is bij verschillende van deze teksten wel discussie over de vraag of hier gaat over gehoorzaamheid die in het geloven in Christus alleen bestaat of ook uitwerking daarvan is. Zie hiervoor J. van Bruggen Geloofsgehoorsaamheid in: JFH Schaeffer e.a. Nuchtere Noodzaak Kok Kampen 2007 p. 84-95
[11] Vraag en antwoord 115: “Waarom laat God ons de tien geboden dan zo scherp prediken, als toch niemand ze in dit leven volbrengen kan? Antwoord: Ten eerste wil God, dat wij ons leven lang onze zondige aard steeds meer leren kennen en daardoor nog meer begeren de vergeving van de zonden en de gerechtigheid in Christus te zoeken.
Ten tweede dat wij zonder ophouden ons inspannen en God bidden om de genade van de Heilige Geest, om steeds meer naar het beeld van God vernieuwd te worden, totdat wij na dit leven het doel, namelijk de volmaaktheid, bereiken.”
[12] Zie voor het perfectionisme in de christelijke wereld ook het opstel van C. Trimp de verleiding van het perfectionisme in: JFH Schaeffer e.a. Nuchtere Noodzaak Kok Kampen 2007 p. 189-208
[13] Tegen de beschuldiging van een leeg geloof belijden we o.a. in vraag en antwoord 64 van de Heidelbergse Catechismus: “Maar maakt deze leer de mensen niet zorgeloos en goddeloos?
Antwoord: Nee, want het kan niet anders, of ieder die door waar geloof in Christus ingeplant is, brengt vruchten van dankbaarheid voort.”